Posted: 18 May 2013 | jfgroen
Stadslandbouw is ‘hot’. Als je het activisme ziet waarmee in steden in West Europa en Noord Amerika mensen de schop in de grond van parken en braakliggende terreinen steken, kan je stellen dat het een sociale beweging is geworden. Dat was mijn conclusie ook na afloop van de presentatie van “Farming the City” op 10 april in Pakhuis De Zwijger in Amsterdam.
Stadslandbouw in ontwikkelde landen is iets anders dan het terugplaatsen van boerenbedrijven in de stad zelf. Voor de voedselzekerheid in de grote steden is dat niet eens nodig. Het gaat echter om andere kwaliteiten van voedsel en van ons eet- en leefpatroon. Minder milieubelastende productie, meer smaak, minder verspilling. Het recht bijvoorbeeld van de vijfvingerige wortel om als conserve gegeten te worden (zie het initiatief ‘Culinary Misfits’, Berlijn). Stadslandbouw gaat over ander voedsel voor een andere samenleving. Een alternatief voor het industriële voedsel en het ‘industriële’ wonen in flats.
Daarmee komt stadslandbouw in competitie met andere maatschappelijke en culturele waarden. Intrigerend is een weinig besproken spanningsveld, namelijk dat met de functie van het openbaar groen. In vooral de stadsuitbreidingen die in de wederopbouwperiode zijn gerealiseerd, is vanuit de idee van ‘lucht, licht en ruimte’ veel openbaar groen tussen de flats aangelegd. Voor de promotors van stadslandbouw is dit openbare groen ‘lege ruimte’. Dat zegt veel over hoe een maatschappij eruit zou moeten zien. Productieland is blijkbaar de zinvolle bestemming van land en werken in de tuin de geëigende activiteit voor de stadsbewoner. Maar wat is beter: uitkijken over tomatenplanten en bonenstaken met je buren die daartussen schoffelen, of je kinderen op het gras te zien voetballen? Is de toekomst aan het Almere van de Floriade 2022 die als motto heeft ‘Growing Green Cities’. Of is het de recent publiceerde ‘Nota Cultuurhistorie Amsterdam Nieuw-West’ waarin gepleit wordt vóór het behoud van de groene ruimte zoals die in het Amsterdams Uitbreidingsplan ter verpozing is bedoeld.
Kleinschalige stadslandbouw verrommelt mijns inziens het groen dat de stedeling ook nodig heeft om zich te ontspannen en rond andere activiteiten mensen te ontmoeten. Alleen stedelijk vormgegeven landbouw, de hoogte in dus, zal die ruimte met rust laten, en zelfs nog vergroten. Daarvan bevat “Farming the City” ook een voorbeeld: ‘Sky Greens’ in Singapore, kassen waarin op een klein oppervlak veel groente verbouwd kan worden. Een high-tech oplossing, geen gekeuter in voortuintjes en braakliggende stukjes land. Alleen met efficiënte productie zet je zoden aan de dijk. En kunnen je kinderen op het gras blijven voetballen op het openbare groen rond de kassen.
Hans Groen
Dit artikel verscheen in Nieuwe Oogst, 18 mei 2013
Posted in Column
Tags: landbouw, ontmoeting, publiek, stadslandbouw, voedselvraaagstuk