hans groen *17 09 1959 - †11 08 2022


wat is een stad?

De uitgestrektheid van een stad ervaar je ‘s avonds het best. Dit is Vancouver, BC, gezien vanaf Grouse Mountain.

Wat is een stad: een nederzetting die stadsrechten gekregen heeft? Toch noemen we ’s-Gravenhage en plaatsen in Canada en de USA ‘stad’ terwijl die plaatsen nooit stadsrechten hebben gekregen. Bij Apeldoorn gaan we twijfelen: het is te groot voor een ‘dorp’, maar mist iets om ‘stad’ genoemd te worden. Maar ook wat volgens de rechten stad heet, is soms moeilijk als ‘stad’ te beschouwen. De kleinste stad van Nederland, Bronkhorst, is tegenwoordig zelfs geen zelfstandige gemeente meer. Een stad als Zutphen, hoe mooi en aardig de plaats ook is, roept ook niet meer op waar we bij stad in de eerste plaats aan denken. Veel van de steden en stadjes die stadsrechten hebben, zijn ‘provinciestad’ geworden, een hybride soort zoals de tuinstad dat veel nadrukkelijker en vooral onecht presenteert. De Hanzesteden in Nederland (o.a. Zutphen, Deventer, Zwolle) vallen in die hybride categorie: naar rechten en historie zijn het steden, maar de uitstraling is provinciaals. Aan Bremen of Hamburg kunnen ze niet tippen. Die zijn uitgegroeid tot stadstaten en vormen een consequente vervulling van de idee ‘stad’.

Bij ‘stad’ denk je aan iets groots en massaals, anoniem en intrigerend tegelijk. De stad is iets dat verandert, ontwikkelt, groeit, en vooral, iets dat uitnodigt, uitnodigt tot onmoeting. Je komt er niet om de stad te bezoeken, maar om ontmoeting als zodanig te hebben: deelnemen aan het leven in de stad. De stad is imponerend, uitdagend en bedreigend, een cultureel centrum waar ‘het’ is en ‘het’ gebeurt.

De stad is vol van dynamiek. Het Nederlands heeft daar geen goede bewoording voor. Na dorp spreken we meteen van stad, en moeten dan die term kwalificeren tot ‘provinciestad’ als het over het gestolde verleden gaat, terwijl er geen woord is om de essentie van de stad als enerverend centrum van cultuur en knooppunt van ontmoeting aan te geven. Na ‘stad’ komt in het Nederlands het wat bombastische ‘metropool’, maar die term is een kwalificatie binnen de categorie ‘stad’ in eigenlijke zin.

In het Engels is er het verschil tussen town en city. City duidt op de verworven stadsrechten. Maar zowel town als city kunnen zetel van een kathedraal zijn. De kathedraal is het centrum voor een zogenaamde ‘kerkprovincie’ in de Anglikaanse en R-K hierarchie. Het bisdom verenigt en verbindt met elkaar een aantal parochies, de plaatselijke kerkelijke gemeenschappen. Dat geeft iets aan dat eigen is aan de stad. Met ‘stad’ bedoelen we een plaats waar heel verschillende mensen en zaken met elkaar in verbinding komen, elkaar ontmoeten. Stad is een centrum voor mensen, een plaats waar een pluraliteit van mensen en ideeë
n elkaar ontmoet en elkaar bevrucht. Bij ‘stad’ zie je massa’s mensen die door elkaar heen krioelen.

Het Duits kent het woord ‘Grossstadt’ als de vergrotende trap van ‘Stadt’. Dat woord roept precies dat op wat tot de essentie van het stadsleven hoort. Het gekrioel in de Grossstadt is bij uitstek het decor van ontmoeting.