Posted: 09 Jul 2019 | jfgroen
Samen eten verbindt – dat is een mantra die op allerlei situaties wordt toegepast waar sociale vrede gevierd wordt, of moet worden hersteld. Buurtontbijten bevorderen de sociale cohesie – voor de Zeedijk in Amsterdam als onderdeel van de Hartjesdagen; om elkaar beter te leren kennen in een wijk die diverser wordt; voor ook toeristen bij het Feast on the Bridge in Southwark. Bij zo’n publieke gelegenheid is het eten het smeermiddel voor de conversatie: iedereen kiest iets wat hij of zij lekker vindt, en de rest gaat bijna vanzelf. Maar werkt dat ook bij jou thuis?
Het is het ultieme gebaar van gastvrijheid, de toevallige bezoeker met wie je een goede tijd hebt gehad aan jouw tafel noden als je iemand niet met een lege maag wilt laten gaan. Of als je weet dat alle restaurants dicht zijn, in London, op Eerste Kerstdag. Na de morgendienst in All Saints Margareth Street nam iemand ons mee naar zijn huis voor het kerstdiner.
Zo gemakkelijk is het niet altijd. Toen ik nog bij mijn ouders woonde waren er mensen op de koffie na de kerk blijven hangen. Ach, eet toch mee, we hebben genoeg soep. Maar dat ging niet, want één persoon was vegetariër. Eten dus waarmee je een scheiding maakt. Wíens eten verbindt, dat is de eerste vraag die je je moet stellen. De omnivoor heeft geen probleem met wat de vegetariër hem of haar voorschotelt, maar omgekeerd is er geen onbekommerd delen.
Dit lijkt triviaal gezeur, maar denk eens even verder. Ik heb begrepen dat bij een bepaald volk in Mali de gast bij de maaltijd geëerd wordt door hem het oog van de koe te geven. Ook al heb je liever de ossehaas, je kunt dat als je gast bent niet weigeren. Gastvrijheid verplicht de gast waardoor het bezoeken van iemand een bezoeking kan worden. Dit soort extremen daargelaten, in hoeverre kunnen we samen eten – ik eet bij jou mee, en daarna eet jij bij mij mee, en we eten wat de pot schaft. Dat is nog niet zo eenvoudig.
Het begint met vermeende gezondheidsvereisten: wat doe je in de koffie — suiker of een zoetje, of honing, met melk, koffiemelk, koffieroom, half-om-half, soja. Als ik jouw keuze niet in huis heb, stoort dat toch een beetje. Dan het eten zelf: vegetarisch of niet, wel vis of ook dat niet; gluten-vrij; lactose-intolerantie; allergisch voor pinda’s of aardbeien; om nog maar te zwijgen van mensen die zo weinig smaak hebben dat ze alleen maar hamburgers lusten. Zie ze met lange tanden een paar muizehapjes van je cassoulet nemen om als ze naar huis gaan nog ergens gauw een hamburger te scoren.
En dan hebben we nog de religies die bepaald voedsel verbieden. De antroposoof die geen nachtschade eet – tomaat, aardappel, paprika. De jood die alleen kosher eet – ritueel geslacht, en bepaalde dieren niet. Of de mohammedaan die alleen maar hallal eet – ritueel geslacht, maar net even anders dan voor kosher voedsel, en ook bepaalde dieren die niet mogen.
Met andere woorden: jóuw eten verbindt, míjn eten maakt onderscheid. Ik heb steak and kidney pie, hamburgers, falafel, couscous, rendang, andouillette, gefrituurde kwal, noem maar op, gegeten. Kom jij, waar je ook vandaan komt, straks gewoon bij mij stampot boerenkool met worst eten?
Posted in Column
Tags: hartjesdagen, ontmoeting, publiek