hans groen *17 09 1959 - †11 08 2022


rijdende publieke ruimte

Verboden gedrag: reizen is een noodzakelijk kwaad geworden, vooral hinderlijk voor degenen die niet reizen. Reizen is een impertinentie die anderen tot last is; het is haast obsceen. Vanaf de grond kan je treinen alleen nog maar vaag horen, zo stil zijn de tegenwoordige rails aangelegd. Zien doe je de trein nauwelijks; alleen een stroomafnemers en het grijze dak van een dubbeldekker is nog te zien boven het geluidsscherm.

De trein maakt het reizen voor velen mogelijk over groter afstanden. De trein is het begin van het passagiersvervoer, het routinematig verplaatsen van mensen tussen twee punten. Met de trein wordt reizen allengs voor iedereeen haalbaar, ook voor de arbeider die op een vrije dag een uitje aan zee wil hebben. En er ontstaat ‘toerisme’ het fenomeen van het reizen voor het plezier, om het reizen zelf.

Voor al die reizigers moeten voorzieningen komen in de vorm van hotels en cafés. Tegenover het station worden hotels gebouwd. Stap in een willekeurige stad uit het station — Amsterdam, Parijs, Leuven –, en je staat op een plein waarop een paar grote hotels uit de tweede helft van de 19e eeuw de nu ietwat vervallen deuren uitnodigend openen. Wandel verder, en een straat met cafées en winkels leidt verder de stad in. Het station is de moderne stadspoort waardoor de stad in ontmoeting staat met de wereld en waarbij de trein de continuïtein is met die wereld buiten de stad.

De trein is het eerste publieke vervoerssysteem. De treinverbinding maakt ontmoeting mogelijk, en ontmoeting is het wezen van het publieke leven. De trein legt een verbinding tussen twee steden. Vanwege de gevraagde investeringen kan een trein alleen rendabel zijn als er grote groepen reizigers gebruik van kunnen maken. Dus ligt een verbinding tussen twee steden voor de hand. De tweede ontmoeting die de trein mogelijk maakt, is die tussen stad en platteland. De trein verbindt tegelijk stad en platteland. Ligt de rails er eenmaal, dan kan gemakkelijk een stop ingelast worden bij een dorp dat langs de rails ligt.

De trein zelf is een ontmoetingsplaats tussen reizigers die voor de tijd van hun verplaatsing toevalligerwijs het met elkaar moeten stellen. Natuurlijk waren er voor de trein ook al verbindingen tussen steden. De postkoets en de trekschuit hadden al enkele eeuwen voor regelmatig vervoer gezorgd. De trein radicaliseert dit vervoer. Het vervoer wordt massaler en sneller. Een trein bestaat al gauw uit drie rijtuigen om de verschillende klassen gescheiden te houden, maar zelfs de reiziger in de beslotenheid van de coupé eerste klasse wordt op het perron opgenomen in de massa van de andere reizigers.

Vergeleken met de groep in de trein waar je voor de duur van de reis in opgenomen bent, is de koets en de trekschuit haast privé vervoer. De snelheid van vervoer neemt met de trein toe. Op één dag kunnen veel grotere afstanden worden afgelegd en wordt het ook mogelijk op één dag makkelijk heen en weer te reizen tussen twee steden. Massaliteit en snelheid maken de trein tot rijdende publieke ruimte.