Posted: 03 Jun 2019 | jfgroen
‘T is een leuke kop, ‘In het Engels beleef je hoe kerkmuziek bedoeld is’, in Kerk in Stad van 11 mei 2019 (p.4). Nou, ‘leuk’? Het is bijna beledigend. Dat een specifieke taal ons dieper bij ‘betekenis’ brengt kun je op weg naar Pinksteren niet volhouden. Pinksteren is het feest waarin het Babel wordt opgeheven: ieder, welke taal hij of zij ook spreekt, begrijpt de boodschap. Die uitspraak is ook een klap in het gezicht van alle Nederlandse dichters en componisten die de kerkmuziek hebben verrijkt met hun gezangmelodieën, ordinarium-zettingen en motetten, van Jan Pietersz. Sweelinck tot Frits Mehrtens, Willem Vogel en Christiaan Winter.
Er zijn mensen die menen dat de ‘King James’ de oorspronkelijke versie van de Bijbel is (en dat de Hebreeuwse en Griekse geschriften noodzakelijk niet gezaghebbende vertalingen zijn). Maar deze dwaling terzijde zijn er mensen die denken dat de ene of de andere taal dus beter toegang geeft tot wat mensen beweegt, wat zij ervaren en wat De Naam hun te zeggen heeft. Daarom heeft Nederland veel geïnvesteerd in zinloos onderwijs in de moedertaal van immigranten omdat je een ‘vreemde’ taal beter zou leren als je je ‘moedertaal’ beter spreekt. Dus hebben veel kinderen van Turkse en Marokkaanse afkomst een blijvende taalachterstand opgelopen. Ik heb totaal vier jaar in Canada gewoond (eerst in Toronto, later 3 jaar in Vancouver) en heb daar gezien hoe de kinderen van Nederlandse emigranten volledig meededen in de maatschappij, op school en op de universiteit, ondanks het ‘Dengels’ waarmee zij werden opgevoed door hun moeders. En, petje af, die moeders wisten ondanks hun gebrekkige Engels gewoon hun liefde aan de kinderen door te geven.
Dat je een dienst moet bieden aan de vele internationale studenten in Groningen is alleen maar toe te juichen – het is een uitgelezen kans om Kerk in en voor de Stad te zijn. Maar claim niet dat een Engelse dienst een rijkere ervaring is. Ik heb toen ik in Toronto studeerde in het koor van St. Thomas’s Anglican Church gezongen, iedere zondag ‘Holy Eucharist’ in de ochtend en ‘Evensong’ en ‘Devotions’ (het Lof) in de avond. Wat mis je dan? De stugge, dansante melodieën van het Geneefse psalter, want syncopen zijn taboe in de Anglicaanse hymnen. Het stoere van de Duitse melodieën van vlak na de Reformatie, want de Anglicaanse hymnen moeten vooral romantisch kabbelen. Ik geniet er van, daar niet van! Ik ga ook graag mee met de Schola Liturgica uit Harlingen om ergens in een Engelse kathedraal de diensten op zaterdag en zondag te zingen. Maar er is meer, veel meer, kerkmuziek waarmee je de lofzang gaande houdt. In Nederland kennen we een participatieve vorm van liturgie waarin de hele gemeente meedoet, in tegenstelling tot de museale en concertante vorm van de Anglicaanse Morningprayer en Evensong.
Tot slot: met de predikantenopleiding in Groningen zou de RUG vooral moeten investeren in het stimuleren en doorontwikkelen van de Nederlandse liturgische traditie. En de Protestantse Gemeente Groningen zou daarin het voortouw kunnen nemen.
[Dit artikel verscheen in Kerk in Stad, jaargang 20, nr 10, 25 mei 2019.]