Posted: 07 Oct 2010 | h-en-s
Toen we in de zomer van 2008 na drie jaar Canada terug verhuisden naar Nederland, reden de jochies met oranje ballonetje op hun scootertjes door Amsterdam. Het leek dat de polarisatie tussen groepen in de Nederlandse bevolking langzaam aan het verdwijnen was. Maandag 6 december werd ik door Frits Bolkestein ruw uit mijn laatste sluimer gewekt, want als ik hem goed begrijp, kunnen we straks de Hollandsche Schouwburg weer opendoen.
Ja, zo meldde dagblad De Pers, hij meende het echt, dat joden in Nederland die in het openbaar met keppeltje en al willen kunnen leven maar beter naar Amerika of Israël kunnen emigreren vanwege het antisemitisme van Nederlanders van Marokkaanse afkomst. “GroenLinks-leider Halsema vraagt zich af of Bolkestein ‘kierewiet’ is,” zo citeerde de NOS haar op 6 december. Waar zijn we nu aangeland? In een race met k-woorden? Eerst de kut-marokkanen, toen de minister die vanwege haar integratiebeleid ‘knettergek’ werd genoemd, nu blaast de andere kant parmantig haar partijtje mee met het even ongepaste ‘kierewiet’. Daar schieten we echt niets mee op.
Ik ben kwaad hierover want nu lijkt schelden de norm geworden in de politiek waar het om de inhoud en de maatschappelijke realiteit moet gaan. Want meer en meer mensen lopen met angst en beven over straat. Al sinds de jaren tachtig emmeren we voort met een discussie over immigratie waarin onder het dekzeil van ‘niet stigmatiseren’ vooral rancune en verongelijktheid onder nieuwkomers én oorspronkelijke ingezetenen wordt gevoed.
Terwijl we het nog steeds ieder jaar beter hebben, blijven we ons verzetten tegen immigranten uit Oost-Europa die klusjes doen die ‘wij’ niet willen of kunnen doen. En we blijven maar denken dat we gediscrimineerd worden op de arbeidsmarkt, ondanks dat in 20, 30 jaar tijd Nederlanders van Turkse en Marokkaanse afkomst in alle lagen van de maatschappij, van de horeca tot de zorg, van onderwijs tot de politiek, zichtbaar hun bijdrage leveren aan de samenleving. Maar als er problemen zijn, worden degenen die de problemen benoemen, zoals in de jaren negentig Hoofdcommissaris Nordholt, en nu Frits Bolkestein, steevast weggezet met het verwijt dat juist zíj de polarisatie zouden aanwakkeren.
Emigreren is geen oplossing maar de weg van de minste weerstand. Want waar moet het lesbische stel uit Amsterdam Oost naartoe dat volgens AT5 in Amsterdam het gespuug en gescheld in hun wijk beu is? We moeten voordat we Bolkestein veroordelen ons eerst diep ervoor schamen dat de maatschappelijke realiteit nog steeds aanleiding is voor wat Bolkestein zegt. Ook al heeft hij het misschien eerder retorisch bedoeld, hij legt de vinger bij een zere plek.
De internetkolommen staan weer vol met de obligate reacties in de trant van “Mijn zoon doet dat niet,” en “Maar de kinderen van de familie De Vries zijn net zo erg,” of de panacee van de PVV: “Allemaal het land uit.” En dus hoeft niemand te denken dat hij of zij iets kan en moet veranderen aan de schofferingen waaraan mensen op straat worden onderworpen. Maar er is niets mis met het benoemen van groepen die opvallend present zijn bij maatschappelijke problemen – we maken ons ook zorgen over het drugs- en drankgebruik onder jongeren in West-Friesland.
Laten we nou gewoon afspreken: Niemand gaat het land uit, want met elkaar kunnen we het doen; Joden lopen met een keppeltje over straat; homo’s kussen elkaar in het openbaar net zo als hetero-paartjes; we houden op met de k-woorden. We spreken elkaar erop aan als hier iets misgaat. En er is geen antwoord toegestaan dat begint met “Maar …” En als we dát benoemen waarin wijzelf (en níet de eeuwige anderen) tekortschieten, kunnen we ook gaan bouwen aan een betere samenleving.
(Oorspronkelijk verschenen op CSC-Plein, 7 december 2010)
Posted in Uncategorised
Tags: antisemitisme, Column, migratie