hans groen *17 09 1959 - †11 08 2022


de stad draagt identiteit

Het beeld van de slechte stad dat aanvankelijk geschetst wordt, roept als vanzelf het beeld van de goede stad naar voren. De stad is ook de plaats waar het volk van de Bijbel zijn God ontmoet. Met de ambiguiteit van heimwee en hoop, is de stad bij uitstek de menselijke conditie. Kom je aan de stad, dan kom je aan de mens. Zo wordt het volk Israel in het gareel gehouden via de stad. Als ze het goed doen, geldt: “Ik zal u een stad bouwen” (Ps.69:36). En als ze de verkeerde weg opgaan, is het “Ik zal uw steden verwoesten” (Lev.26:31). Dat is geen operant conditioneren; onder de oppervlakte van goedkope beloning en straf, wordt een diepere gevoeligheid van de mens geraakt. De stad is een kern identiteit van de mens. En aan de staat van de stad kan je zien hoe het volk zich gedraagt! Wil je een volk treffen in haar hart, dan verwoest je haar steden.

Er is ook de relativering van het slechte, want hoe bont je het ook maakt, enkele goede mensen kunnen de hele zaak redden: Sodom en Gomorra (Genesis 18:24) zouden niet verwoest worden omwillen van slechts 5 rechtvaardigen. Die waren er dus niet, zoals het verhaal zonder het te zeggen zegt. Maar de keerzijde is dat er maar heel weinig nodig is om de stad te behouden — waar Jona zich later nogal aan ergert als blijkt dat de bewoners van Nineve meteen gehoor geven aan zijn profetie, zich bekeren en de verwoesting van de stad afwenden.

De geschiedenis laat zien hoe belangrijk de identiteit in de stad is. In alle oorlogen worden de steden van de vijand aangevallen, en als het even kan verwoest. En met de moderne techniek worden steden verwoest ook als dat geen direct militair doel dient. Maar je raakt het land wel in de eigen identiteit en door de stad te verwoesten, vernietig je het hart van een volk.