Posted: 09 Nov 2020 | h-en-s
“(D)e zórgen om kernenergie (zijn) rationeel, maar de ángsten irrationeel,” zegt wetenschapshistoricus Spencer Waert in Trouw van 31 oktober. Dat is heel onhandig nu we op zoek moeten naar een energiebron die niet alleen minder CO2 produceert, maar ook minder verstoring van onze leefomgeving veroorzaakt. Kernenergie blijft volgens mij een bruikbare optie die ons tijd koopt; het taboe dat er op rust heeft, zoals bij elk taboe, geen redelijke onderbouwing. De redelijke bezwaren die er zijn, zijn alleszins bespreekbaar of weerlegbaar.
Al decennia worden de mogelijkheden van radioactiviteit door ons benut ten goede. In kernreactors en cyclotronnen worden zogenaamde radioactieve isotopen geproduceerd voor medische diagnostiek en de behandeling van kanker. Die radioactiviteit is niet blijvend. Sommige isotopen geven na een paar minuten al bijna geen straling meer af, andere blijven een paar eeuwen lang krachtige straling afgeven. Voor medische diagnostiek worden isotopen gebruikt die soms maar een paar minuten meetbare straling afgeven, dus wil je die kunnen waarnemen bij bijvoorbeeld een PET-scan, dan moet het isotoopje ‘kakelvers’ zijn. Het VUMC had vanaf 1964 een cyclotron op de campus staan, intussen zijn er meer in Nederland, en ik heb begrepen dat er inmiddels ook compacte apparaten zijn, in de orde van een grote kast, die algemeen in ziekenhuizen geïnstalleerd kan worden.
De medische toepassing van radioactiviteit levert nucleair afval op dat bewaard moet worden voor kortere of langere tijd. Iets om in je achterhoofd te houden als je zou willen protesteren tegen de afvoer van afval van de reactor in Petten die in eenderde van de behoefte aan medische isotopen wereldwijd voorziet. Want ook Petten heeft last van het taboe dat op kernenergie berust: “Wist je dat de reactor geen kerncentrale is? Er wordt dus geen stroom uit kernenergie geproduceerd” staat haast wanhopig op de webpagina van ‘Petten’.
We gebruiken dus de krachten die in het atoom zitten om mensen te genezen en daarbij komt straling vrij en produceren we radioactief afval, maar als we met diezelfde krachten energie gaan opwekken, is het een brug te ver. Een kerncentrale is een gereguleerde kernbom en we zijn terecht bevreesd voor de verwoestende kracht van een kernwapen. Toch, het ongeluk in Fukushima kostte volgens Spencer Weart aan één persoon het leven (Wikipedia zegt dat er geen stralingsgerelateerde doden waren bij het ongeluk). De vuurwerkramp in Enschede kostte 23 mensen het leven, vaagde een hele stadswijk weg, en ontwrichtte voor lange tijd de levens van de bewoners van Roombeek. En dat was nog maar vanwege onze frivole behoefte aan spektakel en ‘ah’ en ‘oh’ roepen als we vuurwerk zien. Laat ik dus maar niet beginnen over de tienduizenden mijnwerkers die nooit meer uit de mijn zijn gekomen of nooit van hun pensioen hebben kunnen genieten door de stoflongen die ze ontwikkeld hadden. Onze behoefte aan energie gaat over lijken en het gevaar rond kernenergie moet je in die context beoordelen zonder meteen in kwalificerende termen van ‘valt wel mee’, of ‘onaanvaardbaar hoog’ te vervallen.[1]
Aan kernenergie zit een bijna occulte kant. Spencer Wear verwijst in het interview terecht naar de alchemisten uit de middeleeuwen die elementen wilden transformeren, goud uit lood bijvoorbeeld. Want dat is wat er gebeurt in de reactor en later in de opslag: je stopt er element A in, en krijgt element B terug, terwijl element C is gevlogen als straling. En ja, de wetenschap heeft zich vaak als een sjamaan teruggetrokken met hun geheime kennis over deze processen en de bezwering ‘vertrouw ons maar’. Die sjamaan vertrouwen we overigens wel, kijk maar naar de druïden en graancirkeladepten die met ‘viruswartaal’ optrekken. Het is, denk ik, alleen niet de sjamaan die we hier om de hoek menen te zien kijken, maar professor Joachim Sickbok uit het universum van Maarten Toonders Bommel strips, de doortrapte geleerde die de wereld naar zijn hand wil zetten. Na de Tweede Wereldoorlog hadden we de duistere, haast occulte, kanten van de wetenschap in levenden lijve gezien in het Manhattan-project en de onderzoekskamer van Josef Mengele. Kernenergie draagt het stigma van deze inktzwarte bladzijden van het wetenschappelijke onderzoek. De kennis die Mengele vergaard heeft, is overigens wel gewoon in onze medische encyclopedie opgenomen.
Daar komt denk ik bij dat de gevolgen van straling pas in de loop van jaren zich openbaren, als het te laat is. Het is een sluipmoordenaar, zoals asbest dat ook is, of het virus dat hondsdolheid veroorzaakt. Alles wat de finale afrekening pas na verloop van tijd onherroepelijk presenteert, boezemt ons angst in. Religieuze rituelen – bijvoorbeeld kinderoffers om de woede van de goden te bezweren of te voorkomen – zijn hierdoor ontstaan. Goed, asbest is inmiddels verboden, maar niemand blijft weg uit bossen en grotten waar dieren met rabiës besmet zijn. Het is een risico waarmee we om kunnen gaan. Misschien kunnen we de knop in onze hersens en onderbuik omzetten en ook kernenergie reduceren tot een risico waarmee we kunnen leven. Technologisch kan het, maatschappelijk kunnen we er gewoon voor kiezen. Het koopt ons tijd om van onze energie verslaving af te komen of een beter alternatief te vinden.
* Dit artikel stond al in de stijgers voordat Arjen Lubach op zondag 8 november ook weer kernenergie noemde in relatie tot de energie-transitie die Nederland wil.
1 Zie https://www.knack.be/nieuws/wereld/tsjernobyl-25-jaar-later-100-000-doden-of-maar-31/article-normal-22428.html?cookie_check=1604759478 over de grote bandbreedte van het aantal doden dat aan het ongeluk bij Fukushima toegerekend kan worden.
Posted in Uncategorised
Tags: Arjen Lubach, Column, energietransitie, kernenergie, klimaatverandering